50 jaar STENA DANICA – Danica II

Engeland | 1 reactie

Op 24 juni 2015 was het precies 50 jaar geleden dat de eerste van de vier ferry’s die dienst deden onder de naam Stena Danica in 1965 op de route Göteborg – Frederikshavn begon te varen. Dit jubileum vieren we met een tentoonstelling over de eerste 50 jaar in de terminal in Denemarken. Op ons blog vieren we de populaire 50-jarige geschiedenis van elk van de vier ferry’s die onder de naam Stena Danica gevaren hebben. Eerder schreven we over de Stena Danica I. Dit tweede artikel gaat over de Stena Danica II en is geschreven door Anders Bergenek en Rickard Sahlsten.

De eerste generatie moderne autoferry’s begon al voor het eind van de jaren zestig te klein te worden. Vooral de vrachtwagencapaciteit bleek te begrensd. Stena had in 1967 en 1968 twee nachtferry’s laten bouwen in Noorwegen waarvan de eerste, Stena Germanica, ingezet zou worden op een nieuwe lijn tussen Göteborg-Kiel met start in april 1967.

De tweede ferry, Stena Brittannica, voer korte tijd tussen Göteborg en Frederikshavn tijdens de lente van 1968 voordat ze aan Alaska verkocht werd. Toen de verkoop werd afgerond was er genoeg kapitaal om in halverwege mei 1968 een volgende Denemarken-ferry te bestellen. Het project werd geleid door Helge Olofsson op de technische afdeling van Stena in samenwerking met Knud E. Hansen. Rolf Carlssons architectenbureau in Göteborg was verantwoordelijk voor de inrichting. Men ging uit van de in 1968 aan de Noorse Molzau Line geleverde Gedser die voer op de lijn Gedser-Travemünde.

Stena Danica II langs de kade in Göteborg

Stena Danica II langs de kade in Göteborg

De Sessanlinjen had sinds februari 1968 twee nieuwe ferry’s onder bestelling en die nieuwbouwplannen van de concurrentie werden minutieus gevolgd. De ambitie was vanzelfsprekend om een stap voor te liggen op de nieuwe ferry’s van de Sessanlinjen. Het feit dat Stena’s grote ferry een half jaar eerder geleverd zou worden dan de eerste ferry van Sessanlinjen – en daardoor op tijd voor het zomerseizoen – werd gezien als zeer belangrijk in de nu steeds hardere strijd om prestige – en in een verlengde daar van, om de gunst van de klanten. Helge Olofsson tekende, gumde en veranderde de vormgeving van bijna heel het schip. De ambitie was hoog. Doel was om de Gedser te veranderen in een schip dat er uit zou zien als een cruiseschip. Uiteindelijk werd er een ferry ontworpen die 3,9 meter langer en één meter breder was dan wat men in het begin had gedacht. De aanlegplaats bij de Stenpiren (de pier in Göteborg) begrensde de lengte van het schip tot 125 meter.

“Pippi-Danica” maakt haar entree

Het Stena Line concept bestond pas twee jaar en was reeds gevestigd als “de rederij van het volk”. Met de nieuwe Stena Danica zou men de reputatie en standaard voor ferryreizen naar Denemarken aanzienlijk verhogen. De reclamemensen, met Rune Eriksson voorop en verkeerschef Sture Matson als inspirator, zagen al vroeg het belang van het bekendmaken van het nieuwe schip.

Op 30 juni 1969 werd er bij de Stenpiren een doopceremonie gehouden die het in zeevaart geïnteresseerde publiek niet snel zou vergeten. Via grote advertenties in de kranten werd heel West-Zweden voor het evenement uitgenodigd. Als ´doper´ was de kinderactrice Inger Nilsson uitgenodigd, die op dat moment de ongelofelijk populaire Pippi Langkous speelde in films en op tv. Het idee was om te laten zien dat men nu jonge families als doelgroep had, maar natuurlijk ook om kinderen mee te laten doen in de rederijkeuze van familiereizen naar het buitenland. De belangstelling was enorm en de zee van mensen strekte zich uit over de hele Stenpiren en gedeeltes van de Packhusplatsen. Het was bijna alsof er een schip uit Amerika in de stad aankwam.

Doop van de Stena Danica II door Pipi Langkous

Doop van de Stena Danica II door Pipi Langkous en Sten. A. Olsson

Het was duidelijk dat Stena Line nu een grote grip had op het jonge publiek. De ambities van de nieuwe boot waren zeer geslaagd en velen vinden nog steeds dat Stena Danica de mooiste autoferry ooit gebouwd is. Op de avond van de doop ging Stena Danica op inwijdingsvaart langs de scherenkust met duizend uitgenodigde gasten aan boord. Het was zo gearrangeerd dat de nieuwe ferry die Skandiahaven passeerde op het moment dat de Stena Germanica vertrok richting Kiel. Na de gebruikelijke groet gingen de beide vaartuigen zij aan zij op weg naar de Trubaduren, waar de Stena Germanica naar het zuiden draaide en de Stena Danica naar het noorden langs Vinga. Foto’s van deze gelegenheid werden nog vele jaren gebruik in de reclame voor Stena Lines reizen.

De inrichting van de Stena Danica was bedoeld om een jong en kieskeurig publiek aan te trekken, bijvoorbeeld de mensen die eerder waren opgevangen door Poseidon. Maar ook beroepschauffeurs en de zomerse vakantievierders zouden een gevoel van exclusiviteit beleven, met het idee de reis een duidelijke cruising-stempel te geven. De dominerende delen van het interieurs werden gekenmerkt door lichte kleuren, grote ramen en smaakvolle planten. De boorden waren bekleed met TILA plasticlaminaat-platen en brandbare materialen waren bijna geheel afwezig in de inrichting, gezien de toekomstige veiligheidsregels. Het restaurant “Danska Liljan”, vooraan op het salondek, bood een grillmenu aan, een broodbuffet en dans. Typisch voor deze tijd waren de in Denemarken ontworpen witte plastic stoelen die rond konden draaien. Voor de rest waren rood en groen de dominerende kleuren, samen met heel wat messing.

Smaakvolle interieur van de Stena Danica II in 1969

Het interieur van de Stena Danica II in 1969

Het cafetaria “Lodbrok” achter de centrale entreehal had zelfbediening. Een dek hoger op het wandeldek lag de bar “Trubaduren” op het voordek met een casino in een aparte afdeling, een dansvloer met geavanceerde belichting, een grote bar en een orkestpodium. Roestrood en jacaranda met groene accenten waren de dominerende kleuren. De salon gaf dankzij de grote ramen een magnifiek uitzicht en was nog vele jaren toonaangevend voor hoe de bar op Denemarken-boot eruit hoorde te zien. Direct achter de bar was de conferentiezaal “Kajutan”, en daarachter een winkelcentrum over de gehele breedte van het dek met kiosken en kleine winkeltjes voor cadeautjes en parfum. Hierachter waren de snackbars “Kal” en “Ada” en tussen deze twee aan elkaar gekoppelde salons aan de zijkanten vond je de pub “Röde Orm”.

Helemaal achteraan, aan bakboord, was er een tienersalon met dansvloer. Het totale aantal passagiers liep tot 1500, waarvan er 1150 een zitplaats aangeboden konden krijgen. Op het bootdek waren luxe hutten met eigen badkamer voor 20 personen, en onder het autodek simpelere hutten voor 100 personen en een sauna-afdeling. Na de kwaliteitsverhoging van de nieuwe Stena Danica naar Frederikshavn lag de markt open voor grote investeringen in korte vakanties en pakketreizen. De nieuwe Stena Line opende een comfortabele en toegankelijke weg naar het buitenland voor de hele familie. Het hele concept is kenmerkend voor de top die Zweden aan het eind van de jaren 60 bereikte. Door een goed georganiseerde samenwerking met een aantal Deense hotels en kroegen kon men aantrekkelijke prijzen aanbieden voor pakketten met reis en overnachting in vrijwel elke plaats naar keuze. Een lage Deense kroon en attractieve winkelmogelijkheden aan boord maakten de reis tot een goede deal, indien men deze goed plande.

Gewijzigde omstandigheden

De tweede Stena Danica was niet net zo’n economisch succes als de eerste. Het was een vaartuig met hoge kapitaal- en bemanningskosten en grote ruimtes om te vullen. Dit vereiste dure marketinginspanningen. De regels voor belastingvrije invoer naar Zweden waren ook veranderd en verminderden de inkomsten van de rederij aan boord. Het publiek was ook ouder en veeleisender geworden. Dans met orkest en vocalist was niet langer even aantrekkelijk. Het aanbod van de entertainment was aan het veranderen.

Stena Danica II in bedrijf op zee

Stena Danica II in bedrijf op zee

In de herfst/winter van 1969/1970 werd er een extravagante nieuw discotheek gebouwd op de Stena Danica met een dansvloer van gepolijst roestvrij staal, vooral om de aantrekkingskracht op de jongeren te vergroten. Hij was getekend door architect Rolf Carlsson en designer Lars Palmgren. Een ander probleem was dat de ferry’s Prinsessan Christina en Prinsessan Desirée van de Sessanlinjen, die in 1969 en 1971 geleverd werden, net zo groot en aantrekkelijk waren als de Stena Danica. De oude rederij kwam dichterbij het meer populaire concept van Stena Line.

Een tijd lang waren er plannen voor een zustervaartuig voor de Stena Danica, maar Stena Line wilde de ontwikkeling van de hoeveelheid verkeer op de route eerst afwachten. De werf waar de Stena Danica was gebouwd was tijdens de lente van 1968 zeer gehaaid op bestellingen toen het er op leek dat het contract getekend zou worden. Een jaar later kreeg de werf een bestelling voor een serie bulkvaartuigen en was men lang niet meer zo geïnteresseerd in bestellingen van ferry´s. Een zustervaartuig voor Stena Danica werd dus nooit gebouwd. In plaats daarvan begon Stena’s technische afdeling een geheel nieuwe generatie vaartuigen te tekenen met vele gelijkenissen, die gebouwd konden worden als zowel dag- als nachtferry’s.

Eerder schreven we al over de geschiedenis van de Stena Danica I. Wil je meer weten over de Stena Danica? Lees dan ook de blogposts over de Stena Danica III en Stena Danica IV.


  • Dirck says:

    Ja leuk die oude schepen,genieten, wel een schril contrast met de huidige ”kollossen” ,wij zijn inmiddels ook al ” aardig op weg met nu straks voor derde keer naar Scandinavie, dit keer Gotenborg

    We genieten steeds weer met varen ,