St Lucia viering in Zweden. Foto Lena Granefelt/imagebank.sweden.se

Zweedse kersttradities

Engeland | Geen reacties

Kerst is net als in veel andere landen een belangrijk feest voor de hele familie. De Zweden vieren het dan ook groots en men neemt de hele adventstijd (dat zijn de vier zondagen voor Kerst) om uitgebreid het huis te versieren, de boom op te tuigen en het traditionele Julbord, het kerstbuffet op kerstavond voor te bereiden. En dan is er natuurlijk ook nog het Lucia-feest op 13 december. We nemen een duik in de geschiedenis om je uit te leggen waar veel kersttradities vandaan komen.

Advent

In het verleden was advent een hectische periode waarin al het werk op de boerderij moest worden afgemaakt, zodat men vrij kon zijn gedurende de kerstperiode. Rond 9 december (Sint Anna) moest de glögg (warme wijn met amandelen en rozijnen) klaar zijn en begon men met het inleggen van de stokvis (Stokvis is gedroogde kabeljauw dus vooraf weken is een must) en het bakken. Op Sint Lucia, 13 december, werden kaarsen gemaakt en de dieren geslacht die voor de feestdis bestemd waren. En vanaf 21 december, Sint Tomas, mocht men niet meer malen en spinnen. Vanaf dan werden er kerstmarkten gehouden.

Julafton

Het hoogtepunt van de viering was en is nog steeds de maaltijd op Kerstavond. Van oorsprong was Kerst een feest voor het hele huishouden. De kersttafel was gevuld met ham, gepekelde haring, varkenspootjes in gelei, worst, rijstepap en stokvis. ’s Avonds bleef het overgebleven eten op tafel staan, zodat de doden ’s nachts ook mee konden vieren.

Huizen werden schoongemaakt, versierd met slingers en de vloer werd voorzien van vers stro. De vogeltjes kregen een korenschoof als feestmaal en er werd een bord met pap buiten gezet om de elf op het erf tevreden te stellen, een traditie die je trouwens ook in Noorwegen nog op het platteland tegenkomt.

In de 19e eeuw veranderde de kersttraditie. Het plaatsen van een kerstboom in huis werd overgenomen vanuit Duitsland. Nog steeds trekken de Zweden de dag voor Kerst er op uit om de perfecte kerstboom te bemachtigen en die vervolgens uitgebreid te versieren met vlaggen, slingers en gekleurde ballen. Ook begon men met het maken van peperkoekhuisjes die men net als het huisje uit het sprookje van Hans en Grietje, rijkelijk versierde met snoepjes en glazuur.

Geiten en kabouters

Een typisch Zweedse kerstversiering is de zogenaamde “Julbock”, of kerstgeit. Deze strooien figuur die bij elkaar wordt gehouden met rode linten, stamt nog uit de tijden dat men geloofde dat een geest kwam controleren of de bereidingen wel goed waren gedaan. Men dacht dat de laatste schoof graan van de oogst magische eigenschappen bezat en maakte er een figuur van dat leek op de bok die de god Thor voor zijn strijdwagen spanden als hij door de hemel reed.
In de 19e eeuw bracht iemand verkleed als Kerstgeit zelfs de ‘cadeautjes’. Je moet dan denken aan een ingepakt stuk hout dat bij wijze van grap door de voordeur werd gegooid. In begin 20e eeuw werden het ‘echte’ cadeautjes die door de Jultomte, een kerstkabouter, werden gebracht. In eerste instantie werd ook zijn wagen getrokken door een geit en niet door rendieren, zoals de commerciële kerstman.

Juldagen: Eerste Kerstdag

Tijdens de vroegmis (julotta) op Eerste Kerstdag wezen sporen van aarde in de kerkbanken erop dat de doden ’s nachts hun dienst hadden gehouden. Na de dienst haastten de mensen zich naar uit, want men geloofde dat wie het eerst thuis was eerder de oogst dit jaar binnen zou halen. De rest van de tijd hield men zich rustig, een traditie die de Zweden ook nu nog volhouden.

Annandag jul: Tweede Kerstdag

Op Tweede Kerstdag stonden de boeren vroeg op om de paarden te laten drinken in de rivieren die noordwaarts stroomden, precies zoals sint Staffan, de patroonheilige van de paarden dat zou hebben gedaan. Een ander gebruik dat de brak met de regel om niet te werken op die dag was het schoonmaken van andermans schuur. Je kunt tenslotte een vriendendienst niet als werken aanmerken.

Trettondagen: Driekoningen

Driekoningen, de dertiende dag na Kerst staat in het teken van de komst van de drie wijzen naar Bethlehem. Hier komt de traditie van de sterrenjongens (stjärngossar) vandaan. Jongens trokken langs de boerderijen met een papieren ster en zongen liedjes in ruil voor jenever. Vandaag de dag vind je de sterrenjongens terug als onderdeel van de sint Lucia-viering.

Knutsdagen

Knutsdagen, 13 januari, markeerde het einde van de kersttijd en werd gevierd met een middeleeuws feest. In de bomen hing men figuren van stro om anderen aan het schrikken te maken en de eetbare kerstdecoraties werden massaal uit de kerstboom gehaald en opgegeten. Deze traditie houden de Zweden nog steeds in ere.

Ken jij nog andere grappige Zweedse kerstgebruiken? We horen het graag van je.