Peperkoek huisje recept

Heel Zweden bakt: een peperkoekhuisje

Engeland | Geen reacties

Een van de leuke kersttradities in Zweden en Noorwegen is om de avond voor Kerst een peperkoekhuisje (‘pepparkakshus’) te bakken en te versieren. Een leuke en lekkere bezigheid voor het hele gezin. Tenminste… als je het goed aanpakt. Met deze 7 tips gaat het zeker lukken. Bakkers klaar? Bakken maar!

1. Maak vooraf een goede mal

Elke ‘architect’ weet het: voor het beste resultaat maak je eerst een tekening op bakpapier of karton. Als je de tekening op karton maakt, kun je vooraf passen of het bouwsel klopt. Heb je nog geen ervaring met het maken van koekhuisjes, maak er dan geen geavanceerde villa van, maar hou het model simpel zonder al teveel ‘uitstekende’ delen.

Een voorbeeld:

  • 2 rechthoekige zijkanten van 20 x 10 cm
  • 2 gevels (voor en achter) 15 cm breed, met in de hoogte een rechte zijkant van 10 cm en een punt van 20 cm vanaf het midden gemeten
  • 2 dakdelen van 20 x 13 cm
  • 1 vorm om een deur mee uit te snijden 3 x 5 cm
  • 1 mal om een raampjes mee uit te snijden 3 x 3,5 cm
  • 2 rechthoekjes 3 x 5 cm voor de zijkanten van de schoorsteen
  • 2 rechthoekjes van 4 x 5 cm waaruit je een driehoekje snijdt van 4 x 3 cm voor de schoorsteen (de puntjes passen precies op de hoek van het dak)

2. Kies een recept van echt peperkoekdeeg

Je vindt er diverse op internet. Gewoon koekdeeg is vaak te zacht of het resultaat is te poreus om met de suikerlijm je huis in elkaar te zetten. Je bouwwerk stort dan snel in en dat is niet de bedoeling. Zorg ook dat je het recept nauwkeurig volgt: te droog deeg breekt als je het wilt snijden, te zacht deeg loopt uit tijdens het bakken.

3. Snijden en sorteren

Bestrooi voor je het deeg uitrolt je werkblad met meel. Rol het deeg ietsje dikker uit dan voor gewone koekjes. Leg de mallen op het deeg en gebruik een scherp mes om uit te snijden. Verwijder het weggesneden deeg. Zorg dat je met deze restanten voor ‘kritische’ onderdelen een reserve-exemplaar maakt. Je kunt de restanten eventueel gebruiken om versieringen als dennenboompjes of raamluikjes te maken. Als je het ‘eng’ vindt om raampjes uit te snijden, kun je er ook voor kiezen om deze later met glazuur op de zijkant te tekenen.

Bekleed de bakplaten met bakpapier. Gebruik er één voor de grote en één voor de kleinere onderdelen: kleine koekjes zijn immers eerder gaar dan de grote! Verwarm dan de oven voor. Als je de uitgesneden delen een beetje laat drogen voor ze de oven ingaan, heb je minder kans dat ze uitlopen tijdens het bakken.

4. Goed afkoelen

Zodra een je de plaat uit de oven haalt, zijn de koekjes nog een klein beetje zacht. Je kunt dan eventueel voorzichtig de koekrandjes nog bijwerken met een broodmes, zodat je later makkelijker kunt monteren. Vóór je gaat monteren laat je de koek goed afkoelen op de bakplaat.

5. Rustig lijmen

De lijm voor je huis maak je door een mengsel van water, suiker en glucose in te koken. Je monteert de zijkanten door de koek te dopen in de nog vloeibare, gekaramelliseerde suiker en dan voorzichtig tegen elkaar te drukken. Bedenk vooraf goed welke kanten je in de suiker moet dopen èn dat het goedje heet is. Uitkijken dus dat je je vingers niet brandt!

Als je samenwerkt met kleine kinderen kun je voor het lijmen ook een spuitzak gebruiken, maar dat heeft als nadeel dat je snel moet werken: het suikermengsel kun je moeilijker opwarmen als het hard wordt. Begin met een zijmuur en de achtergevel, dan een zijmuur en de voorgevel en daarna het dak. Zet als laatste de schoorsteen in elkaar en plaats de schuine hoekjes over de nok van het dak. Zorg dat je de zijkanten goed steunt tot je lijm helemaal droog is anders stort je bouwwerk alsnog in.

6. Bouw op een serveerschaal of plank

Zo kun je het huis makkelijk ronddraaien als je gaat versieren. Je kunt er ook voor kiezen versieringen met glazuur aan te brengen vóór je gaat lijmen. Het is immers makkelijker je werk plat neer te leggen en op te spuiten dan dat onder een hoek te doen. Je kunt eventuele beschadigingen herstellen na het monteren en of er ijspegels van maken.

7. Versieren maar!

Nu komt het echt leuke werk. Versier je huis met gekleurd glazuur, suikerpareltjes en (niet al te zware) snoepjes. Ook amandelschaafsel doet het leuk als dakpannen. Voor de finishing touch bestrooi je het geheel met poedersuiker. Dan lijkt het net of het gesneeuwd heeft.

Tenslotte nog één tip: als je zorgt dat je je koekhuis droog bewaart, heb je er tot na de Kerst plezier van!